Actuele lozingsvergunningen hard nodig om waterkwaliteit Maas te beschermen

Vooral lozingen van stoffen die persistent, mobiel en toxisch zijn (afgekort PMT) vormen een probleem. PFAS is hiervan een bekend voorbeeld. PMT-stoffen breken niet af, zijn niet of nauwelijks te zuiveren met bestaande technieken en zijn schadelijk voor mens en milieu. Industrieel afvalwater wordt zowel via de riolering als direct op rivierwater geloosd, hiervoor  hebben bedrijven een vergunning nodig. Helaas is een groot deel van de bestaande lozingsvergunningen verouderd. In verouderde vergunningen is vaak slechts een beperkt aantal verplicht te meten stoffen opgenomen. Hierdoor is het niet zichtbaar welke schadelijke stoffen zij mogelijk nog meer lozen. Dat gebrek aan transparantie veroorzaakt een oneerlijke situatie ten opzichte van bedrijven die wél een actuele vergunning hebben.

Transparantie moet lonen

Vanuit het perspectief van de drinkwatervoorziening is het essentieel dat alle afvalwater lozende bedrijven precies weten welke schadelijke stoffen in hun afvalwater zitten en actie ondernemen om deze emissies te stoppen. Een belangrijk voorbeeld is het Chemiepark Chemelot in Limburg, dat met een transparante vergunning effectieve stappen zet om lozingen van schadelijke stoffen aan te pakken. Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas: “Het is onwenselijk dat juist de bedrijven die transparant zijn onder vuur liggen. Hierdoor bestaat het risico dat andere bedrijven koudwatervrees krijgen en zich terughoudend zullen opstellen om volledig transparant te zijn over welke stoffen zich specifiek in hun afvalwaterstromen bevinden.” Rijkswaterstaat is één van de vergunningverleners. Zij hebben de afgelopen jaren 200 van de 1400 vergunningen herzien. Van de indirecte lozingen is nog helemaal weinig beeld. Joyce Nelissen, voorzitter RIWA Maas, tevens algemeen directeur WML: “Het is zaak om haast te maken om alle vergunningen op orde te krijgen. Dat zorgt voor overzicht èn een gelijk speelveld voor bedrijven die vergunningen moeten aanvragen. Zo worden bedrijven gestimuleerd om transparant te zijn over welke stoffen ze lozen in het milieu”.

Openbaar register met alle vergunningen dringend nodig
Volgens RIWA moet er verder haast worden gemaakt met het opstellen van een volledig overzicht van alle directe en indirecte industriële lozingen in het hele (internationale) Maas-stroomgebied. Van der Ploeg: “Op dit moment heeft geen enkele autoriteit volledig inzicht welke schadelijke stoffen er waar in het water terecht komen. Op deze wijze kan onmogelijk de waterkwaliteit van de Maas effectief bewaakt worden en zullen doestellingen ter verbetering van de waterkwaliteit nooit gehaald kunnen worden.

Over RIWA-Maas
RIWA-Maas behartigt de belangen van drinkwaterbedrijven in Nederland en België die jaarlijks 500 miljard liter water uit de Maas onttrekken om hiervan drinkwater voor 7 miljoen klanten te bereiden. Dat water leveren zij in en rond Rotterdam, Den Haag, Brussel, Antwerpen, delen van Limburg en Zeeland en West-Vlaanderen. De hoge kwaliteit waaraan het drinkwater moet voldoen vereist een preventieve bescherming van het oppervlaktewater.

Lees het jaarrapport 2023 van RIWA-Maas >>>

Ook afvalwaterlozingen volledig in kaart brengen om kwaliteit Maas te beschermen

Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas: “Om de Maas als bron voor drinkwater goed te kunnen beschermen is een totaaloverzicht essentieel. Je moet weten welke schadelijke stoffen waar in het water terecht komen om noodzakelijke maatregelen te kunnen nemen. Het is zorgelijk dat Nederland op dit moment geen overzicht heeft en ook moeite heeft die te krijgen.” Drinkwaterbedrijven zouden volgens de Kaderrichtlijn Water met steeds minder zuiveringsinspanning van oppervlaktewater drinkwater moeten kunnen maken, maar het wordt juist steeds moeilijker. In hun screening van rivierwater verschijnen onbekende stoffen waarvan de impact onduidelijk is en stoffen die zeer moeilijk te zuiveren zijn, zoals PFAS.

Deadline overzicht vergunningen en stoffen meten

Opvallend is dat diverse onderzoeken naar vergunningen aantonen dat juist de schadelijke stoffen veelal niet zijn opgenomen in de lozingsvoorschriften. En dat terwijl ze wel worden gemeten in de Maas. Daarom pleit RIWA voor een totaaloverzicht van alle vergunningen van bedrijven die afvalwater lozen op rivieren, kanalen en riolering.

Omdat schadelijke stoffen in de praktijk wel worden geloosd, wil RIWA aanvullend dat er structureel (nul)metingen op afvalwaterlozingen worden uitgevoerd. Hiermee kan de schadelijkheid van bedrijfslozingen beter en completer worden vastgesteld. Door striktere lozingsvoorschriften in vergunningen op te nemen moeten de schadelijke stoffen uit het rivierwater worden geweerd. Een geschikte deadline hiervoor is 22 december 2027, dan moet volgens de Europese Kaderrichtlijn Water overal in Europa de waterkwaliteit op orde zijn.

Aanscherping controle op afvalwater

Om de kwaliteit van het rivierwater verder te beschermen meent RIWA dat ook de controle en handhaving op lozingsvergunningen moet worden aangescherpt. Dat betekent structureel toezien op dat wat niet is vergund, ook niet wordt geloosd en bij overtredingen daadwerkelijk handelen, zodat schadelijke lozingen worden gestopt.

Van der Ploeg: “We hebben allen belang bij een schoon milieu en gezond en veilig drinkwater. De Maas is als regenrivier erg gevoelig voor de effecten van klimaatverandering. Wanneer Maaswater door droogte beperkt beschikbaar is en ook van slechte kwaliteit,  kan vrijwel niemand het water benutten. Daar ligt dus een collectief belang. Internationaal zijn betere afspraken nodig over het gebruik en de verdeling van het Maaswater maar ook over een betere bescherming ervan.” Samenwerking is essentieel om dit complexe vraagstuk succesvol op te lossen.

Lees het jaarrapport 2022 van RIWA-Maas.