“We hebben de afgelopen vijf jaar vier zomers met lange periodes van lage afvoer van de Maas beleefd. Om de levering van veilig drinkwater te kunnen garanderen is de aanvoer van voldoende Maaswater van goede kwaliteit van groot belang. De waterkwaliteit staat bij lage rivierafvoeren juist onder druk,” aldus Maarten van der Ploeg, directeur van RIWA-Maas. Om de drinkwatervoorziening te beschermen is het zaak om generiek, maar zeker tijdens de lage rivierafvoeren de waterkwaliteit beter en strenger te bewaken. De Maas wordt verontreinigd door industriële lozingen waarvoor vergunningen zijn afgegeven én door incidenten waarbij veelal industriële stoffen via de riolering of direct in het oppervlaktewater terecht komen.
Bij een beperkte aanvoer van Maaswater worden deze verontreinigingen minder verdund en nauwelijks afgevoerd. Drinkwaterbedrijven zijn hierdoor geregeld genoodzaakt om tijdelijk de inname van Maaswater te stoppen. In de toekomst zal dat naar verwachting vaker gebeuren. Doordat veel vergunningen niet algemeen toegankelijk zijn, is het moeilijk in te schatten waar welke verontreinigingen in de rivier terecht komen. Veel vergunningen zijn niet actueel, en juist de opkomende en schadelijke stoffen zijn veelal niet opgenomen. Zorgelijk is dat gedateerde vergunningen onvoldoende rekening met langdurige lage waterafvoeren, wanneer juist de waterkwaliteit extra beschermd moet worden.
Recent onderzoek in opdracht van RIWA-Maas dat is uitgevoerd door Deltares bevestigt dat lage afvoeren in de toekomst naar verwachting langduriger en extremer worden. Daarom werken drinkwaterbedrijven intensief samen met waterbeheerders om inzicht in lozingsvergunningen te krijgen en om lozingsincidenten in het Maasstroomgebied sneller op te sporen. Van der Ploeg: “Er is nog meer nodig. Het is essentieel dat er snel inzicht komt in álle industriële lozingen die direct of indirect in de Maas en haar zijrivieren terechtkomen. Deze vergunningen moeten volledig en actueel zijn en de stoffen die de drinkwaterproductie kunnen schaden moeten maximaal worden gereduceerd. Wij zien hier ook duidelijk een verantwoordelijkheid voor bedrijven.”
“Om op langdurige periodes van lage Maasafvoer en een stijgende watervraag te anticiperen, achten wij het noodzakelijk dat overheden, waterbeheerders, onderzoeksinstellingen en watergebruikers op nationaal en internationaal niveau de dialoog starten om samen tot betere en hardere afspraken te komen over het beheer van de Maas en de zijrivieren.” Dit schept duidelijkheid onder gebruikers en voorkomt conflicten over het gebruik van water in de toekomst.
Lees het volledige rapport van de Vereniging van Rivierwaterbedrijven over de waterkwaliteit van de Maas in 2021 hier.